TWEE ZONNEN Poem by Maria Barnas

TWEE ZONNEN

Wanneer ik ga slapen ligt de zee nog steeds beneden
en altijd is de zon me voor.

Ik sta bij een uitsnede van donder water
en later ben ik bij de boten

met zeilen wit zo licht als opgeluchte stemmen
en tussen de schaterende meeuwen weleens opgetogen.

Maar in de ring die ik kreeg sta ik scheef
naast een datum. En ik zie hem in de verte

gaan, met een zon. Slordig herhaald in het raam.
Hij noemde me Bloem. Ook wel Lente, Sexy, Liefste,

Liefde, Lief en de laatste tijd steeds vaker
Lieverniet, Neelater, Alsjeblieft.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success