De luipaard aan de hersenstam
luistert naar de radiowind,
wetend, niet wetend.
Hij heft de poot,
trekt de tong langs zijn vlekken, geeuwt.
Ver weg is een aanrijding.
Een windvlaag trekt door de bomen.
De luipaard geeuwt, rekt zich.
De apen lachen angstig.
Het ondier vertakt zich.
...
Read full text