Ze staat aan de rand van wat er staat
te gebeuren en omringende bomen verstarren
rechtop. Ze vouwt beloften aan anderen
op en spuugt twee woorden in het resolute
witte water. Een hond springt
over de rand als het begint
te regenen in de fontein.
Liefde had ermee te maken
maar het is alleen de taal die neigt.
En neigen blijft.
Fonteinen maken vergelijkbare gebaren
en de hond schudt zich nog uit zijn vacht
als dit zo door blijft gaan. Haar hand aarzelt
en waar haar woorden het water raken
beginnen twee honden te dagen.
Een zonder vacht de ander zonder hart.
...
Read full text