HET DWAZE BIJEEN Poem by Tonnus Oosterhoff

HET DWAZE BIJEEN

Waarover wil je dat ik schrijf
Vraag het vandaag


Gebukt staan + hurken bij een muis, dood,
in de nek gevreten door vier kevers,
oranje windstreken, zeer, zeer zacht snorrend.
een steeds herhaald niet noemen


'Helikopter.' 'Ja, helikopter.'
Helemaal niet; het omgekeerde. 'Afblijven viezerd.'
Nu ligt mijn jongen naast me in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet


Een verder met andreaskruizen, bijenkorven, bloemkolende
wolken
kruisen met een Unionfiets, kind voorop.
De oversteek is gevoelig. 'Hoppelepop.'
'Ja hè? Hoppelepop. Zachte banden.'


Een bij stuift voorbij in de wind langs.
Een zwartkop praat hard in de struiken,
zinsarm op de waaitak.


als glinsteringen henen
'Hoppelepop, hè pappa?' 'Wat?'
'Helikopter.' 'Ja.'


Het dwaze bijeen is het dwaze bijeen
is het dwaze bijeen zijn.


LIED

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success