Als Flora danst
zit hij op de eerste rij.
Hij zet zijn bril af,
sluit zijn ogen en geniet
terwijl zij zweeft.
Hoe hij haar ziet,
heeft niemand ooit begrepen;
doorschijnend zijn alleen de
oogleden van een engel.
Ze schuiert en ze vlindert,
werpt schaduwen en licht
de zandkring rond,
ze schudt haar lijfje en ze
kronkelt als een slang
met ledematen, geurig
en als blind.
Ze zingt erbij,
hoog en een beetje wild.
Ze staat plots voor zijn troon;
ze hijgt uit en ze trilt.
En hij, de ogen nog steeds dicht,
hij lispelt in de richting van haar adem
en de kloppende aders in haar keel
en looft wat hij niet ziet.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem