De maan herinnert me
aan mijn dromen, het plezier
van het zingen, het spel
waarmee alles begon
Geen last op onze schouders
geen onderlinge wrevel
Het heilige moeten
is uit ons weggevloeid
de wereld in getrokken
dwingend en mateloos, kinderlijk
eisend dat het tijd is
om volwassen te worden
maar dat ben ik al
en de last van mijn leven blijft
de mijne, lichter misschien
als we hem samen dragen