Het kind is groot geworden
het komt als koning
met pracht en praal
en een bende aan land
in de haven van weemoed
en de blues van alledag
Omringd door soldaten
streelt hij het bont
van zijn mantel
hij is geen held
hij brengt geen gouden tijden
geen loon naar werken
geen bescherming tegen onrecht
hij geeft alleen een show
van zijn macht, zijn vrije hand
om op eenhoorns te jagen