ALS IK AAN MIJN TAFEL GA ZITTEN WORDT MIJ GEBRACHT EEN KOP KOFFIE EN EEN GLAS WATER Poem by Nachoem M. Wijnberg

ALS IK AAN MIJN TAFEL GA ZITTEN WORDT MIJ GEBRACHT EEN KOP KOFFIE EN EEN GLAS WATER

Een hoed op mijn hoofd als ik binnenkom, die doe ik niet af als ik ga zitten.
Ik hang mijn jas aan een haak aan de muur, naast de foto van een man die aan de tafel zit waaraan ik altijd zit.
De eerste keer dat ik binnenkwam vroeg ik wie hij was en hoorde dat hij dood was.
Maar hij wist precies hoe hij zijn mond moest bewegen om elk woord goed uit te spreken.
Dat kan iemand niet leren zonder schaduw en kunnen in donkere lagen om zijn hart en de buitenste laag is zijn jas.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success