Aan de oever van de Limburgse maas
waar het water stroomt en de bomen dromen
is mijn leven begonnen,
in de schaduw van de heuvels,
waar de lucht zo helder is
en de zon een gouden glans verspreidt.
Hier, waar de stilte soms spreekt
en de stroom verhalen verteld
dwaal ik terug naar die vroege dagen,
de geur van natte aarde,
het geluid van riet dat danst
en het leven dat langzaam voorbijglijdt.
Mijn wortels zijn verweven met het landschap
een verbondenheid die nooit verdwijnt,
de Maas, een oude vriend
die me herinnert aan wie ik ben,
in de stroom van de tijd,
een verzameling van herinneringen altijd dichtbij.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem