A capella Poem by Lucienne Stassaert

A capella

Gepijnd genot, voltooid verlies
vloeit uit de raten en
de liefde niet.

En wereldvreemder, loos van tijd
orgelt het tij de taal der schaduwen
een voorgezongen, hoger lied.

En gij, niet nader gekwelde
met de lente in de lendenen:
teken de bladstand aan, draai een rad

voor mijn lichaam. Ik ben uw doodsverwante.
En uw pekel, uw netelkoorts -
geen mens die u geneest.

En zie: spinnen weven ijlings hun rag.
Nog legt de roos haar schijnvrucht af:
haar naam blijft roos, opent de nacht.

COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Close
Error Success